Música
Celestial (Hemelse Muziek) heet het adventsprogramma waarmee het Huygens
Vocaal Ensemble straks door Noord- en Oost-Nederland trekt. Die titel verwijst
naar kerkmuziek van de Argentijnse componist Ariel Ramírez (1921-2010). Het Zwolse koor onderhoudt overigens een warme collegiale band met Ramírez’ vaste
medewerkers. Het is nu voor het vijfde jaar op rij dat ze samen de ‘Misa Criolla’ uitvoeren.
door
Margaretha Coornstra
De
nuchter verlichte repetitieruimte in de Hattemse Emmaüskerk oogt allesbehalve
Latijns-Amerikaans. Witte wanden met een simpel kruis in beukenhout.
Plexiglazen psalmborden, zakelijk beletterd in zwarte Helvetica. Het Huygens
Vocaal Ensemble (HVE) staat zich in een halve cirkel van zestien personen warm
te zingen. De sfeer is wat lacherig, vanwege de persfotograaf die over de
stoelen klautert en instructies roept.
Maar tien
minuten later klinken de eerste maten van de Misa Criolla door het zaaltje.
Ingetogen geneuried, zonder de karakteristieke percussie, onbarmhartig naakt in
de droge akoestiek. Desondanks wekt de sonore koorklank meteen een koude
rilling.
De
Argentijn Ariel Ramírez (1921-2010) componeerde zijn Misa Criolla in 1964. Pas
in 1987 kreeg de mis grote bekendheid dankzij de cd-opname met stertenor José
Carreras, die de partituur enigszins liet bijschaven. Dirigent Hans Tijssen is
niet verrukt van deze versie. Veel te gecultiveerd, veel te braaf. Toch
verdient Carreras volgens hem alle lof als ambassadeur voor de Misa Criolla:
“Ik denk dat dit werk te lang genegeerd is door ‘serieuze’ dirigenten. Eerlijk
gezegd had ik er vroeger ook niet zo’n zin in. Als dirigent kijk je immers
eerst naar de noten. En die zijn op papier niet spannend, haha! Simpele
melodielijntjes, weinig harmoniek…”
Vijf
jaar geleden echter vernam Tijssen dat de vaste musici van Ramírez - tenor
Javier Rodríguez en instrumentalisten Daniel Morcos, Álvaro Pinto en Fana
Martínez - naar Nederland zouden komen,
om met allerlei koren samen te werken. “Toen dacht ik: nou oké, met echte
Argentijnen wil ik het wel!”
Dat besluit had letterlijk en figuurlijk vérstrekkende gevolgen voor het koor.
Dat besluit had letterlijk en figuurlijk vérstrekkende gevolgen voor het koor.
De
Misa Criolla blijkt qua interpretatie trouwens minder simpel dan de noten sec
doen vermoeden. Hans Tijssen is vooral onder de indruk van de melodische
kleuring die tenor Javier Rodríguez in zijn soli pleegt aan te brengen. “Soms
intoneert hij zó, dat je naar westerse maatstaven denkt: hij zingt vals.
Maar nee, dan komt hij toch weer op exact de juiste toonhoogte terecht. Hij
zingt als het ware eerst om de noten heen. En het is práchtig!”
Koorsopraan
Maaike Koffeman zingt nu zo’n acht jaar mee in het HVE en heeft het Argentijnse
project met hart en ziel meebeleefd. Die eenvoud van het notenbeeld is volgens
haar vooral in ritmisch opzicht bedrieglijk. “Die Latino ritmes zijn
verraderlijk, want als West-Europeanen hebben wij ze niet van oudsher in ons
systeem. En de muzikanten zijn niet gewend om van blad te spelen, zij
improviseren namelijk heel veel. Daardoor zit er voor ons als koorleden altijd
een verrassingselement in elke uitvoering.”
Festival
Het klikte zo goed tussen de vier Argentijnen en het HVE, dat er een artistieke vriendschap opbloeide. “Binnen het koor hebben we het altijd over ‘de jongens’ als we hen bedoelen,” lacht Hans Tijssen. “En de jongens regelden zelfs dat we in 2008 konden deelnemen aan een groot zangfestival in Mendoza, Cantapueblo.”
Festival
Het klikte zo goed tussen de vier Argentijnen en het HVE, dat er een artistieke vriendschap opbloeide. “Binnen het koor hebben we het altijd over ‘de jongens’ als we hen bedoelen,” lacht Hans Tijssen. “En de jongens regelden zelfs dat we in 2008 konden deelnemen aan een groot zangfestival in Mendoza, Cantapueblo.”
Een
geweldige belevenis voor het koor, zowel muzikaal als intermenselijk bezien. De
ontvangst in Argentinië was hartverwarmend, herinnert Maaike Koffeman zich. “Er
kwam natuurlijk ook wel iets van het ‘Máxima-effect’ bij. We werden
binnengehaald alsof we een soort Nederlands Kamerkoor waren! Jazeker, sommigen
verkeerden in de veronderstelling dat wíj hadden gezongen tijdens het huwelijk
van Willem-Alexander en Máxima. En ze waren oprecht verbaasd te horen dat dit
niet zo was.”
Het
HVE-optreden met klassiek Europees repertoire maakte in Mendoza diepe indruk;
vooral de oude renaissance-muziek, met haar gepolijste, etherische klanken.
Omgekeerd werden de Hollandse koorleden gegrepen door de Argentijnse
benadering. Maaike Koffeman: “Ze zingen daar met rauwere stemmen en hebben een
heel fysieke muziekbeleving. Als er gedanst wordt, doet iedereen mee. Oud of
jong, niet kunnen dansen is daar ondenkbaar; dansen zit in de genen! Het zingen
van de Misa Criolla is ook geen kwestie van redeneren door te tellen, maar door
het ritme te voelen in je lijf. En dan merk je al gauw hoe je, ook als
Nederlander, daar in Argentinië staat mee te zingen en te swingen; dat het
lijkt alsof je emoties worden uitvergroot. En ja, hoewel die extraversie
eigenlijk vreemd is aan onze volksaard, vinden we het als koor wel fijn om ons
daarin af en toe te mogen verliezen…!”Dwaze Moeders
In
2010 toog het HVE-gezelschap opnieuw naar Mendoza. “Ditmaal waren Javier,
Daniel, Álvaro en Fana zover dat ze graag een cd van Ramírez’ muziek met ons
wilden opnemen,” vertelt Hans Tijssen. “Tja, dan voel je je als Hollands koor
natuurlijk wel vereerd.”
Zo
geschiedde het dat de kerstcantate Navidad Nuestra (waarin het kerstverhaal
zich afspeelt tegen de achtergrond van het Argentijnse landschap) in 2011 op cd
werd vastgelegd. Samen met de Misa por la Paz y la Justicia; de Mis voor
Vrede en Gerechtigheid. Ramírez componeerde het laatstgenoemde werk in de jaren
’70 op verzoek van een jeugdvriend, de sociaal bewogen en politiek geëngageerde
kapelaan Oscar Catena. Na een eerste uitvoering echter, in 1979 te Santa Fe,
zorgde deze mis voor de nodige politieke ophef en werd verboden door de junta.
“De Misa por la Paz was een regelrechte aanklacht tegen de onderdrukkers,” licht
Tijssen toe. “Een geplande uitvoering in Mendoza werd in 1981 op het laatste
moment afgelast.”
Meest omstreden punt voor het militaire regime was het openingskoor, ‘een rumoer van weeklagen’, dat eindigt met een citaat van de profeet Jeremia: ‘Zo spreekt de HEER: ‘Luister naar het klagen in Rama, het droeve geween: Rachel jammert om haar kinderen en wil niet worden getroost, omdat ze er niet meer zijn.’ Dit bijbelvers (Jeremia 31:15), werd meteen begrepen als ondubbelzinnige verwijzing naar de 'dwaze moeders' op het Plaza de Mayo.
Meest omstreden punt voor het militaire regime was het openingskoor, ‘een rumoer van weeklagen’, dat eindigt met een citaat van de profeet Jeremia: ‘Zo spreekt de HEER: ‘Luister naar het klagen in Rama, het droeve geween: Rachel jammert om haar kinderen en wil niet worden getroost, omdat ze er niet meer zijn.’ Dit bijbelvers (Jeremia 31:15), werd meteen begrepen als ondubbelzinnige verwijzing naar de 'dwaze moeders' op het Plaza de Mayo.
Ondanks
deze historische beladenheid en dramatiek is de ‘Misa por la Paz y la Justicia’
nog altijd relatief onbekend, al beschouwde Ramírez haar zelf als zijn beste
werk. “De muziek is minder laagdrempelig,” aldus Tijssen. “Meer klassiek
gedacht en vocaal gecompliceerder. Maar ook dit werk is doorspekt met folklore.
De mis eindigt nota bene met een chacarera (zwierige plattelandsdans met sterk
syncopisch ritme, MC), met als tekst Psalm 150… Ik bedoel maar!”
Adventstournee
Adventstournee
Op 29
november opent het Huygens Vocaal Ensemble haar adventstoernee in Zwolle. En
wel binnen het on-Nederlandse interieur van de Onze Lieve Vrouwe Basiliek, met
felle kleuren als oranje, pauwblauw, resedagroen en goudgeel. Een redelijk naturel decor voor
deze brok Latijns-Amerikaans katholicisme. Naast enkele adventsmotetten van
Hans Tijssen zelf staat ook dit programma namelijk in het teken van Ramírez.
En jazeker, Ramírez’ favoriete musici, alias ‘de jongens’, geven dit jaar weer acte de présence. Met een centrale rol voor de charismatische tenorsolist Javier Rodríguez, wiens verschijning zowaar gelijkenis vertoont met van de Christusfiguur in vroeg-20ste kinderbijbels en op Heilig Hart-prentjes. Maar vooral zijn voordracht snijdt je door de ziel, betuigt Maaike Koffeman. “Als we samen met Javier zingen, gebeurt er echt iets. Met het publiek, maar ook met ons als koorleden. Hij durft op het podium heel expressief te zijn, heel emotioneel ook. En als het echt intens wordt, spreidt ie zijn armen uit – hij draagt dan zo’n poncho - en staat daar in een soort kruisvorm… Ja, dat zijn bijzondere momenten, wanneer zijn hele houding als het ware samenvalt met dat waar de tekst over gaat.”
En jazeker, Ramírez’ favoriete musici, alias ‘de jongens’, geven dit jaar weer acte de présence. Met een centrale rol voor de charismatische tenorsolist Javier Rodríguez, wiens verschijning zowaar gelijkenis vertoont met van de Christusfiguur in vroeg-20ste kinderbijbels en op Heilig Hart-prentjes. Maar vooral zijn voordracht snijdt je door de ziel, betuigt Maaike Koffeman. “Als we samen met Javier zingen, gebeurt er echt iets. Met het publiek, maar ook met ons als koorleden. Hij durft op het podium heel expressief te zijn, heel emotioneel ook. En als het echt intens wordt, spreidt ie zijn armen uit – hij draagt dan zo’n poncho - en staat daar in een soort kruisvorm… Ja, dat zijn bijzondere momenten, wanneer zijn hele houding als het ware samenvalt met dat waar de tekst over gaat.”
Liturgie
en landstaal
In de
16e eeuw maakten kerkhervormers als Maarten Luther en Johannes Calvijn zich
sterk voor het gebruik van de landstaal binnen de liturgie. Bijbelse
liedteksten in de eigen moedertaal op toegankelijke melodieën, te zingen door
de gemeente zelf in plaats van door het koor. Die democratische setting is
altijd een speerpunt van de Reformatie gebleven.
Binnen
de rooms-katholieke kerk zou het nog ruim vier eeuwen duren voordat de mis in
de landstaal mocht worden gecelebreerd. Pas tijdens het Tweede Vaticaans
Concilie (1961-1963) concludeerden de bisschoppen dat het pastoraal zinvol was
om ook vertalingen van de Latijnse teksten te hanteren. Overigens benadrukten
ze tevens dat het Latijn de taal van de westerse liturgie bleef. Anders dan
vaak wordt verondersteld, is het Kerklatijn dus niet afgeschaft.
De
Argentijnse componist Ariel Ramírez greep zijn kans en componeerde prompt zijn
Misa Criolla, de Creoolse Mis, die in 1964 in première ging. Het begrip
‘creools’ verwijst hier vooral naar de mengelmoes van culturen die Argentinië
rijk is.
Alle
basiselementen (het zogeheten ‘Ordinarium’) van de katholieke mis zijn
aanwezig, maar dan Spaanstalig. De Grieks/Latijnse kreet ‘Kyrie eleison’ (Heer,
ontferm u over ons) werd ‘Señor, ten piedad de nosostros’.
Maar
Ramírez beperkte zich niet tot de landstaal, hij introduceerde bovendien
folkloristische dansvormen en dito instrumenten in de kerk. Zo kon het gebeuren
dat de plechtige mis werd opgedragen bij de bonte klankenmengeling van gitaar,
contrabas of basgitaar, de charanga (instrument met vijf snaren gespannen over
het schild van een gordeldier), de quena (dunne fluit), de siku (panfluit), de
bombo (trommel), de maracas en de chas chas (rammelende geitenhoeven). Meer
info: www.argentijnsemuziek.info
Geen opmerkingen:
Een reactie posten