MUZIEKTHEATER
‘13.0.0.0.0, Het Einde der Tijden’
Ensemble STRACC o.l.v. Tim Fletcher. Regie: Floris Visser
Dominicanenkerk Zwolle, 23/11
Ensemble STRACC o.l.v. Tim Fletcher. Regie: Floris Visser
Dominicanenkerk Zwolle, 23/11
4 sterren
door Margaretha Coornstra
De locatie had niet imposanter gekund. De kathedralige Dominicanenkerk is perfect voor
een theaterproject over de Apocalyps, waarin licht en donker zo’n sfeerbepalende rol
spelen. Lang voor aanvang al ben je verkocht, opkijkend naar het zonnegeel
oplichtend bronzen baldakijn dat als een gouden reuzenkroon boven het decor van
sloophout hangt. De majesteitelijke symmetrie van de neogotiek, deze hoge
ruimte met haar duistere gewelven en afbeeldingen van heiligen in plechtige
extase, vertegenwoordigt alle religie waaraan de mensheid zich de afgelopen
millennia heeft vastgeklampt. De clair-obscur belichting, traag verlopend van
goudgeel via sneeuwwit naar ijsblauw, speelt een sierlijk schaduwspel met de
tientallen pinakels op de altaren.
Tijdstip van handeling is de datum 21-12-2012, in
Maya-termen 13.0.0.0.0, geïnterpreteerd als het Einde der Tijden. Verder komen
er geen Maya’s aan te pas. Centraal thema is de menselijke angst voor de eigen
vergankelijkheid.
Wie iets wil aanmerken op dit als 'Gesamtkunstwerk' aangekondigde theater, zou kunnen opperen dat het niet helemaal gesamt genoeg is. Er komt schitterende fotografie voorbij op het scherm achter het orkest. De fascinerende, cocon-achtige capsules van beeldend kunstenaar Pablo Ponce suggereren tegelijk een oerbegin en science fiction (onwillekeurig denk je even aan de Body Snatchers). Ze fungeren als kijkdozen en bevatten even sobere als veelzeggende beelden van een door oorlog geteisterde maatschappij, zonder zichtbare mensen. De indringende muziek vertegenwoordigt meerdere tijden en wordt daarmee tijdloos. Maar op een of andere manier wil het verband tussen de kunstdisciplines maar niet vanzelf spreken en moet het programmaboekje alles toelichten. Ook de verhaallijn integreert niet volmaakt naturel in het geheel.
De onzichtbare operazangeres Farida heeft aangekondigd om, bij wijze van zwanenzang, straks Monteverdi’s Lettera Amoroso te zingen. Haar slaafse bewonderaar Victor – die haar overigens herhaaldelijk als ‘mamma’ aanspreekt – had daar verlangend naar uitgezien. Maar helaas: “mijn stem heeft mij verlaten,” heeft Farida zojuist bekend. Opgedoft in smoking hangt Victor (Jeroen Gunning) nu landerig rond in haar geheime kamer, het heiligdom ‘waar haar stem is geboren’. Plopt een champagnefles open en zorgt voor een hilarisch momentje: met de fles tussen zijn dijen geklemd ‘plast’ hij het mousserend vocht in een flûte.
Wie iets wil aanmerken op dit als 'Gesamtkunstwerk' aangekondigde theater, zou kunnen opperen dat het niet helemaal gesamt genoeg is. Er komt schitterende fotografie voorbij op het scherm achter het orkest. De fascinerende, cocon-achtige capsules van beeldend kunstenaar Pablo Ponce suggereren tegelijk een oerbegin en science fiction (onwillekeurig denk je even aan de Body Snatchers). Ze fungeren als kijkdozen en bevatten even sobere als veelzeggende beelden van een door oorlog geteisterde maatschappij, zonder zichtbare mensen. De indringende muziek vertegenwoordigt meerdere tijden en wordt daarmee tijdloos. Maar op een of andere manier wil het verband tussen de kunstdisciplines maar niet vanzelf spreken en moet het programmaboekje alles toelichten. Ook de verhaallijn integreert niet volmaakt naturel in het geheel.
De onzichtbare operazangeres Farida heeft aangekondigd om, bij wijze van zwanenzang, straks Monteverdi’s Lettera Amoroso te zingen. Haar slaafse bewonderaar Victor – die haar overigens herhaaldelijk als ‘mamma’ aanspreekt – had daar verlangend naar uitgezien. Maar helaas: “mijn stem heeft mij verlaten,” heeft Farida zojuist bekend. Opgedoft in smoking hangt Victor (Jeroen Gunning) nu landerig rond in haar geheime kamer, het heiligdom ‘waar haar stem is geboren’. Plopt een champagnefles open en zorgt voor een hilarisch momentje: met de fles tussen zijn dijen geklemd ‘plast’ hij het mousserend vocht in een flûte.
In drie acten geeft Gunning levendig en doorvoeld gestalte
aan deze kunstminnende desperado. René Puthaar schreef daartoe vloeiende regels
met veerkrachtige ritmen, in glashelder Nederlands en boordevol verwijzingen
voor goede verstaanders; een prestatie die getuigt van eruditie, psychologische
interesse en zin voor esthetiek.
Vier muziekwerken houden deze monologen omvat en tillen 13.0.0.0.0 boven de eeuwig ontoereikende taal uit. Componisten Ana
Mihajlovic, Kate Moore, Florian Magnus Maier en Reza Namavar schiepen tezamen
een dynamische eenheid met minimal-monotonie, Italiaanse barokelementen en een
vleugje Latin, in een veelal verwijde tonaliteit. De bezetting (strijkers en
accordeons) mengt zich tot onverwachte kleuren. Zo blijken accordeons de
afwezige hout- en koperklanken fraai te compenseren. Contrabas, cello en
accordeon versmelten tot een orgeltoon. IJle flageoletten associeer je met
vogelgetsjilp of een stil zwevende condor boven de Andes. En zo zingt STRACC hier een
afwisselend introverte, geagiteerde en rouwende zwanenzang, die gedachten
verheft en geesten verruimt.
(Trailer Youtube: 13.0.0.0.0)
© Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, 26-11-2012
(Trailer Youtube: 13.0.0.0.0)
© Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, 26-11-2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten