donderdag 18 juli 2013

Picknick in de beeldentuin




‘Tot nut en genot der gemeenschap,’ zo omschreef kunstverzamelaar Helene Kröller-Müller (1869-1939) de bestemming van haar nalatenschap. Driekwart eeuw later handelt het gelijknamig museum nog steeds in haar geest. Tot en met picknicken in de beeldentuin, op Zwoele Zomeravonden...

In natuurpark De Hoge Veluwe

door Margaretha Coornstra


De heenreis is al bijzonder: tientallen kilometers voor aankomst rijd je door lommerrijke naaldbossen en weidse heidevelden. Maar na de slagboom van Nationaal Park de Hoge Veluwe krijgt de sfeer iets geladens. Hier voel je je hooguit gedoogd; hier betreedt je eerbiedig een landschap dat het territorium van de natuur zelf is. Van de herten, zwijnen, vossen en eekhoorns. Van de statige beuken langs de slingerweg. Van de vliegdennen op de zandverstuivingen en van het wit en purperen vingerhoedskruid dat vrijelijk uit de bermen omhoogschiet.

Totdat je het brede gastvrije pad bereikt, langs het gazon met Wenckebach’s ‘Meneer Jacques’ en de gigantische, rood geschilderde staalconstructie van Di Suvero. Van het Kröller-Müller Museum (in 1938 gebouwd volgens ontwerp van architect Henry van de Velde) oogt zelfs de 75-jarige vleugel nog altijd modern. En al doet de blinde muur van grauw geworden baksteen nogal streng, ja zelfs grimmig aan, de lichtval op het omringende groen is bijna sereen.
'K-piece' (1972 van Mark Di Suvero
Dit jaar beleeft het Kröller-Müller zijn achtste Zwoele Zomer, een kleinschalig festival waarbinnen podium- en beeldende kunsten innig verstrengeld raken. Voorstellingen voltrekken zich namelijk niet alleen tussen, maar ook ín de kunstwerken. Bijvoorbeeld in het halfopen Paviljoen van Gerrit Rietveld, waar Spinvis optreedt. Of in het kleine granieten amfitheatertje (2007) van beeldhouwster Marta Pan, met zijn merkwaardige akoestiek.
“We besteden heel veel aandacht aan het geluid,” vertelt Herman Tibosch, hoofd Educatie van het museum. “Onze geluidstechnicus werkt met kleine installaties; hij mikt niet op decibel, maar op sfeer en kwaliteit. In het Rietveld-paviljoen kun je echt niet met enorme versterkers komen aanzetten. En het resultaat is heel bijzonder, het heeft iets semi-akoestisch.”
Naast gevestigde namen als Toon Tellegen en Wende zijn er aanstormende talenten te gast van wie nog maar weinigen hebben gehoord. “De Zwoele Zomer is de laatste jaren uitgegroeid tot een belangrijk podium voor jonge makers,” stelt Herman Tibosch tevreden vast.
Zo’n Zwoele Zomeravond is ook de gedroomde gelegenheid voor een picknick. Jazeker: klepmand mee, deken uitspreiden en gezellig smikkelen. Al is er catering aanwezig, niemand zal je hier op de schouder tikken met het verzoek geen zelf meegebrachte etenswaren te nuttigen. Tibosch: “Picknicken in de beeldentuin van het Kröller-Müller – tja, dat kun je niet uitleggen, dat moet je ervaren. Het een manier om kunstwerken te ‘ontmoeten’ zoals je normaliter niet meemaakt.” 


In de 'Jardin d'Email' (1974) van Jean Dubuffet
De laatste avond van 2012 trok zo’n 3200 bezoekers. Meer hoeft ook niet. “We zijn een klein festival gebleven, en dat willen we graag zo houden. Ten eerste omdat we geen tienduizenden mensen in de tuin kunnen ontvangen, ten tweede omdat we midden in een natuurgebied zitten.” Dat laatste is meteen het antwoord op de veelgestelde vraag: waarom duren Zwoele Zomeravonden maar tot 20.30 uur? Omdat het natuurpark sluit bij zonsondergang. Daarna is de Hoge Veluwe weer het terrein van haar eigenlijke bewoners: de herten, de vossen, de vogels. En die willen rust.


Zwoele Zomeravonden, 13 & 27 juli, 15.00 -20.30 uur. Kindermiddag: 10 augustus, 11.00-16.30 uur. Zie http://www.kmm.nl/summer-night

© Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, 11-07-2013
(met dank aan Ludmilla Coornstra, die met haar iPod de foto's maakte)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten