zaterdag 4 januari 2014

Cellotalent Harriet Krijgh



'Ik wil dicht bij de muziek blijven'

Als brugklasser verhuisde Harriet Krijgh voor haar cellostudie naar Wenen. Acht jaar later riep het Oostenrijks dagblad Die Presse de toen 21-jarige Nederlandse celliste uit tot de ‘op-een-na-beste musicus in de Weense muziekwereld’. Inmiddels heeft Krijgh in Oostenrijk zelfs haar eigen kamermuziekfestival. En op 30 oktober presenteert ze haar alweer derde cd in de Wiener Musikverein.

door Margaretha Coornstra

CD-cover Brahms, The Cello Sonatas
De r verraadt haar Nederlandse afkomst. Je hoort ’m zodra Harriet Krijgh met hartstocht spreekt over ‘die unglaubliche Wärme, die dieses Cello hat’. In een promotiefilmpje van het cd-label Capriccio, The Brahms Recording, vertelt ze dankbaar over de zogeheten ‘Magg-cello’ waarop ze haar nieuwste cd mocht opnemen. Een van de aller-, állermooiste Stradivarius-celli ooit, zo bezweert ze, gebouwd in hetzelfde jaar dat Stradivarius’ vrouw stierf. Het instrument dankt zijn bijnaam aan het feit dat de bekende cello-pedagoog Fritz Magg (1914-1997) het een tijdlang heeft bespeeld. Maar ook cellolegendes als Jacqueline du Pré en Lynn Harrell hebben ooit hun hart en ziel erop losgelaten. “Und das merkt man…” zegt Harriet eerbiedig.

Nog maar tweeëntwintig is ze. We spreken elkaar in een café in Zeist, de omgeving waar ze opgroeide. Rossige krullen rondom een blank, zacht belijnd, onopgemaakt gezicht. Een vriendelijke uitstraling; verrassend meisjesachtig ook, voor wie alleen haar krachtige, rijpe toon van de muziekopnamen kent.
Aanleiding voor dit interview is haar derde cd. Na The French Album (met pianiste Kamilla Isanbaeva) en Haydn: The Cello Concertos (met de Wiener Kammerphilharmonie), beiden uitgekomen in 2012, verscheen in september Brahms: The Cello Sonatas, gespeeld met pianiste Magda Amara.
‘Capriccio laat me zelf kiezen wat ik opneem, dat is vrij zeldzaam. Meestal krijg je een voorstel van zo’n label: dít moet jij spelen! Deze opus 38 en opus 99 van Brahms zijn de cellosonates die ik al het langste speel en waarvan ik veel ben gaan houden. Al zijn ze totaal verschillend. De eerste is intiemer van sfeer, jonger ook, en minder dicht geweven… De Tweede klinkt aanvankelijk heel gecompliceerd. Maar ze zijn allebei geniaal, met een evenwichtige rolverdeling voor cello en piano. En ze hebben ook allebei dat zingende, die natuurlijk verlopende melodiek, die zo typisch is voor Brahms.’


Verwante ziel
Al sinds 2004 woont en studeert Harriet Krijgh in Wenen. Nadat ze als kleuter was begonnen te experimenteren met de cello van haar grote broer, kreeg ze haar eerste lessen. ‘We spelen thuis allemaal een instrument. Nee, mijn ouders zijn geen musici, wel liefhebbers. Ik ben de enige uit ons gezin die conservatorium is gaan doen. Het muziek maken in mijn jeugd ging heel vrij en ongedwongen; het mocht, maar het hóefde niet.’
Toch kwam Harriet als negenjarige in de Jong Talent-klas van het Utrechts Conservatorium, bij Lenian Benjamins. ‘Dat was heel fijn, je raakte spelenderwijs al een beetje op de professionele wereld gericht. Er werden veel concertjes georganiseerd met allerlei aanleidingen, of het nu Kerst was of Moederdag, zodat je aan het podium kon wennen. Lenian is voor jonge mensen echt geweldig! Dat was ook de periode waarin ik het echt begon te wíllen: muziek studeren, cellist worden…!’

De ontmoeting met de Weense celliste en conservatoriumdocente Lilia Schulz-Bayrova (1971) bleek een kantelmoment. ‘Lilia is een heel bijzonder iemand in mijn leven. Mijn ouders hadden een tip gekregen dat zij voor mij waarschijnlijk heel goede pedagoge zou zijn. En toen ik haar voor het eerst zag, had ik het gevoel dat ik haar al jaren kende. Een verwante ziel, ja zeker!’
De klik met Bayrova deed de dertienjarige Harriet besluiten om in Wenen te gaan wonen en haar studie te vervolgen aan het Konservatorium Wien Privatuniversität, kortweg KONSuni. Haar moeder ging met haar mee, dat wel.
‘Nee, verder had ik nog niets speciaals met Wenen, het was puur de muziek die mij trok. Ik had het eerst ook niet makkelijk, want intussen moest ik daar natuurlijk ook nog naar school en Oostenrijk is toch echt een heel ander land. Maar Lilia heeft me ook opgevangen als een soort ‘cello-moeder’. Tja, dit kwam gewoon op mijn weg. Er was geen acute reden, maar het bleek wel het juiste moment.” Lachend: “En Wenen is voor klassieke musici the place to be; het heeft zó’n lange geschiedenis, elke straatsteen is doordrenkt van cultuur…!’

De droom van elke jonge musicus is al werkelijkheid geworden: een eigen festival in Burg Feistritz, ‘Harriet & Friends’, dat in juni 2013 zijn tweede editie beleefde. Dit jaar haalde ze ook haar bachelor in Wenen en werd toegelaten tot de solistenklas aan de prestigieuze Kronberg Academy bij Frankfurt. ‘Een klein groepje, heel intiem. Ja, je zou het ‘elitair’ kunnen noemen, maar dan op een sympathieke manier. De bedoeling is om jou persoonlijk te ondersteunen op jouw weg als solist.’

Mentaal studeren
Geestdriftig vertelt ze ook over het onderwerp van haar bachelor-scriptie: mentaal studeren voor musici. In feite een vorm van ‘droog oefenen’, met geen andere middelen dan voorstellingsvermogen en concentratie. Het Mentale Training-concept is afkomstig uit de sportpsychologie, maar wordt de laatste jaren steeds meer toegepast bij musici. ‘Echt, ik zou niet meer zonder kunnen! Waar het op neerkomt, is dat je gewoon met je bladmuziek voor je zit en in je fantasie het stuk, of bepaalde passages, aandachtig doorspeelt. Interessant is dat je de muziek dan toch in je vingers voelt. Het is ook wetenschappelijk bewezen dat de spiertjes in je vingers minimale bewegingen maken, terwijl je je innerlijk op de muziek focust.’
Volgens Krijgh valt hiermee in de muziekberoepsgroep nog een wereld te winnen: ‘Mijn vader is huisarts en heeft een cursus gevolgd die gericht was op topsporters. Ongelofelijk, die mensen worden op élk gebied ondersteund: psychologisch, groepsdynamisch, fysiotherapeutisch… In vergelijking daarmee krijgen musici eigenlijk nog veel te weinig begeleiding.’

Haar prijzenkast raakt al aardig vol. In 2008 won ze de Eerste Prijs en de Laureatenprijs van het Prinses Christina Concours. In 2012 won ze de Eerste Prijs én de Publieksprijs tijdens de Amsterdamse Cello Biënnale. Tussendoor werd ze ook in Oostenrijk en Kroatië meermalen gelauwerd. Hoe ervaart Harriet Krijgh al die concoursen? Kunst en competitie staan toch ergens op gespannen voet?
‘Klopt, dat vind ik ook. Ik ken musici die alleen maar competities spelen, elke paar maanden één. Dat zou ik niet willen. Zelf heb ik een paar keer meegedaan om praktische redenen. Het Prinses Christina Concours en de Amsterdamse Biënnale waren een manier om meer in Nederland te kunnen doen. Doordat ik zo jong al naar Wenen ben gegaan, treed ik veel meer op in Oostenrijk en Duitsland dan in Nederland. Maar sinds die concoursen speel ik meer hier en verblijf ik hier dus vaker. Dat vind ik fijn, want Nederland is toch mijn geboorteland. Een andere drijfveer was de kans om echt mooie celloconcerten te kunnen spelen, zoals dat van Elgar tijdens de Biënnale in Amsterdam. Dat concert is namelijk echt mijn grote liefde…!’

Blijft er bij zoveel erkenning op zo jonge leeftijd nog iets te wensen over? ‘Ja, ik hoop te worden wat ze in het Duits zo mooi ‘ein reiner Musiker’ noemen. Als je jong bent, dreig je jezelf snel te verliezen in louter techniek en media-aandacht - wat natuurlijk ook zijn goeie kanten heeft. Maar ik wil vooral dicht bij de muziek blijven. Natuurlijk streef ik naar perfectie, maar de perfectie is niet wat mensen raakt. Muziek ontstaat uit emotie, dus moet ze die emotie ook oproepen. Dat blijft toch het allerbelangrijkste.’

‘Brahms: The Cello Sonatas’, CAPRICCIO C5173
Zie ook www.harrietkrijgh.com


 © Margaretha Coornstra, i.o.v. Luister, oktober 2013

2 opmerkingen:

  1. Geen echt opwindende reactie, maar toch wil ik u laten weten uw bijdragen met plezier te lezen. Hoewel er ontzettend veel flauwekulblogs rondzwerven, loont het te zoeken naar kwaliteit: bovenstaand verhaal is daarvan een voorbeeld. Bedankt!

    Arie van der Reijden

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Kijk, dat doet me goed! Wederzijds hartelijk dank!
    Groet, Margaretha

    BeantwoordenVerwijderen