woensdag 18 juni 2014

Geloof met opgestroopte mouwen



“8 jaar bijzondere diensten. Ontroering, blijdschap en intens verdriet,” twittert majoor Jolanda Fennema. De bevlogen korpsofficier van het Leger des Heils neemt dit afscheid van Harderwijk.

 door Margaretha Coornstra

HARDERWIJK – Ooit sprak Jolanda Fennema een moeder die geen geld had om haar kind op zwemles te doen. “Soms kom je net één euro tekort om een bepaalde voorziening door de gemeente vergoed te krijgen. Maar van die ene euro betaal je geen zwemlessen. En in een omgeving als deze, met al dat water… brrr, hier moet een kind wel kunnen zwemmen!”
Dat bracht haar op een lumineus idee: “We hebben hier altijd een Nieuwjaarsduik. Dus ik heb me laten sponsoren om mee te duiken. En ja, mijn duik leverde geld op voor de zwemlessen van dat ene kind. Maar ook de burgemeester was daar op het strand, want hij komt elk jaar het startschot geven. Toen hij mij zag en verbaasd vroeg naar mijn actie, legde ik hem de situatie uit en raakte zo met hem in gesprek over de regelgeving.”

Het typeert Jolanda Fennema-Strijk: daadkracht en dialoog, de pijlers van haar aanpak. Die daadkracht trok haar indertijd ook aan in het Leger des Heils. “Het geloof met de opgestroopte mouwen! Ik ben lange tijd wezen ‘reli-shoppen’ zoals dat heet, op zoek naar een kerk die bij me paste. Want al gaat het om de inhoud, een kerkgenootschap moet ook vertrouwd voelen, zoals een jas die je goed past. En het Leger des Heils paste mij goed.”
Ruim acht jaar geleden kwam ze als korpsofficier naar Harderwijk. “Daar lag een grote uitdaging. Er was namelijk overwogen om het korps Harderwijk op te heffen, maar uiteindelijk besloot men toch tot een doorstart. Op dat moment kwam ik.” En nu staat ze ‘onder vaarwel-orders’, jargon voor de oproep om te vertrekken en elders korpsofficier te worden. Het is wel even slikken: “Ik heb mijn hart een beetje aan Harderwijk verloren…! Nog nooit ben ik ergens zo lang gebleven, ik ben hier geworteld.”

Verbinding, dat woord valt regelmatig. Verbinding als tegenkracht voor de eenzaamheid, die ze regelmatig signaleert. Jazeker, ook bij mensen die schijnbaar niets tekort komen. Zoals de bewoners van de rustige wijk Slingerbos, waar het Leger des Heilsgebouw staat: allemaal goed onderhouden woningen en veel groen. “Niet de buurt waar je het Leger des Heils zou verwachten,” bevestigt Fennema. “En toch kom je ook hier eenzaamheid tegen. Mensen zijn hier als jong gezin komen wonen, maar inmiddels zijn hun kinderen de deur uit, er overlijdt een partner… En in onze huidige maatschappij is voor sommige mensen het dagelijkse praatje bij de winkelier hun enige contact met de buitenwereld. En wanneer dat óók wegvalt – tja, dan weten deze mensen niet meer naar wie ze toe moeten.”
Daarom begon Fennema net haar korps met een eetcafé, waar buurtgenoten elkaar konden leren kennen. “Dat is heel goed geweest om onderling te verbinden, blikt ze terug. “En naderhand konden we het zelfs weer opheffen, omdat het niet meer nodig bleek. Kijk, dat is weer echt het Leger des Heils, hè? Heel pragmatisch, gewoon die dingen doen die nodig zijn.”

Anderzijds kent deze wijk ook verjonging, met nieuwe gezinnen. Zij inspireerden Jolanda Fennema tot het jaarlijkse lampionnenfeest op 11 november. “Ik wist dat ze hier aan Sint Maarten deden, dus dat heb ik uitgebouwd tot een vaste activiteit. ’s Middags zelf lampionnen maken, hier in ons gebouw. En intussen het verhaal voorlezen van Sint Maarten, die zijn mantel doormidden snijdt en de helft aan een kleumende bedelaar geeft.” Al is het van oudsher een katholiek feest, dit verhaal sluit aan bij de missie van het Leger des Heils, benadrukt ze, namelijk de nood lenigen van de allerarmsten.

Wat wenst Jolanda Fennema, als scheidend korpsofficier, de Hardewijkers toe bij haar vertrek?
Peinzend: “Een vraag die mij altijd bezighoudt is: waar zitten de gaten in de samenleving…? Door de crisis is de maatschappij zich gaan verharden. En ik zoek altijd naar die amper zichtbare plekken, waar mensen stilletjes tussen wal en schip dreigen te vallen. Denk bijvoorbeeld aan de vakantieparken die hier veel te vinden zijn. Waar toeristen komen om te genieten van de natuur, maar waar andere mensen noodgedwongen zijn ondergebracht: gescheiden vrouwen, alleenstaande moeders, met een moeilijke voorgeschiedenis. Of onze Poolse broeders en zusters… Ja, ik ken de berichten van overlast door Polen. Maar hoe beleven ze het zelf? Misschien moeten we samen aan tafel gaan zitten, om naar elkaar te luisteren. En contacten leggen met andere instanties, om onze krachten te bundelen. Zie je, ik hoop dat dít blijft bestaan in Harderwijk: het zoeken naar verbinding.”

 © Margaretha Coornstra i.o.v. de Stentor, 6-6-2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten